In een aantal beveiligingsfuncties komt knielen en hurken voor, met name in functies waarbij gefouilleerd moet worden, zoals visiteur en detentietoezichthouder.
Bij knielen of hurken worden delen van de benen extra belast. Bij hurken ontbreekt het aan een stabiel steunvlak. Bij een kleine verandering van houding valt het zwaartepunt van het lichaam buiten het steunvlak. Dan is veel extra statische spierkracht vereist om de werkhouding te blijven aannemen. Verder veroorzaakt de hurkhouding een ongunstige positie voor het kniegewricht en kan het de bloeddoorstroming uit de onderbenen belemmeren. Het enkelgewricht en de voet worden bij hurken vaak langdurig in een extreme houding gehouden. Daarom moet knielen en hurken zoveel mogelijk voorkomen worden. De tijdsduur waarin achtereen in een genknielde of gehurkte houding moet worden gewerkt moet kort blijven. Afwisseling met andere houdingen is een minimale vereiste. Naast tijdsduur kunnen knieklachten veroorzaakt worden door een verandering in mate van activiteit of training, veelvuldige kniebuigingen en een harde ondergrond. Jonge actieve mensen, overgewicht, en verkeerde schoenen zijn andere risicofactoren voor knieklachten.
Overige informatie
- AI-bladen SZW, AI29, Fysieke belasting bij het werk
Selecteer in de tabel een Oplossing om te bekijken, of maak een selectie voor een printervriendelijke versie of om als PDF op te slaan.